(Vacht)verzorging

(Overname van deze artikeltjes voor ander dan persoonlijk gebruik is niet toegestaan zonder  toestemming van de auteurs. Voor toestemming kun je contact opnemen met één van de instructeurs)

Mag een hond in bad en hoe vaak?
Haren dienen de hond niet alleen als bescherming tegen invloeden van buiten af. Haren vormen ook de bron van talg. Die talg houdt niet alleen de haren zelf erg soepel, maar ook de huid. De talg zelf is enigszins vettig. Als je de hond wilt wassen, dien je er dus zorg voor te dragen dat op geen enkele wijze de vacht wordt beschadigd of het vet aan de haren wordt onttrokken, terwijl je anderzijds verwacht dat de hond schoon wordt. Een hond mag niet zomaar lukraak iedere dag of iedere week worden gewassen. Een aardige regel is dat een hond nooit mag worden gewassen, tenzij … Bijvoorbeeld als de hond ontzettend smerig is, doordat hij het leuk vond in een sloot te duiken waar hij kroos tussen de haren verzamelde en moerasgas uit de bodem deed opwellen. Of omdat de hond zich wentelde in rottende kadavers, wormen of mest.

Tenzij je hond een specifiek huidprobleem heeft dat een shampoo met medicamenten nodig maakt kun je het beste een goede kwaliteit hondenshampoo of een zachte babyshampoo gebruiken. Maar ook als hij naar de show moet, is het beter hem/haar eens lekker te wassen. Pas er wel voor op dat de hond geen shampoo in oren en ogen krijgt. Vermijd gewone zeep en gebruik in geen geval afwasmiddelen of schoonmaak middelen, aangezien deze sterk uitdrogend en irriterend werken op de huid en het haar. Als je een goede kwaliteit shampoo gebruikt, kunnen de meeste honden ongeveer 1 maal per 6 maanden gewassen worden. Als het vuil bestaat uit zand of blubber, b.v. bij regenachtig weer, dan kun je de hond ook goed afspoelen met een lauwe douche, voornamelijk de poten en de buik. Wen een hond op jonge leeftijd aan het baden en afspoelen met de douche, zodat hij er later geen angst voor heeft. Droog hem na het baden of afspoelen zorgvuldig af en houd hem in een warm en tochtvrij vertrek, tot de hond helemaal droog is. Afkoeling kan iedere hond en in het bijzonder een jonge, vatbaar maken voor ziekte. Dus vooral niet naar buiten gaan met een natte hond.

Langharige honden kunnen geborsteld en gekamd worden voordat ze in het bad gaan zodat het verzorgen van de vacht na het baden makkelijker is. Als je je hond laat wennen aan het geluid van de föhn, dan kun je het beste de hond droog föhnen. Tijdens het fohnen kun je de hond wel blijven borstelen met een zachte borstel tot de vacht droog is.

Vacht
Regelmatig onderhoud van de vacht maakt een hond prettiger om mee te leven en om naar te kijken en maakt dat hij zichzelf ook prettiger voelt. Het is belangrijk voor het behoud van een gezonde vacht en huid.

De klitten
Klitten komen vaak voor achter de oren, in de okselholte en in de liezen. Ze kunnen met de hand, borstel of grove kam ontward worden als de klitten nog klein zijn. Als ze te groot zijn geworden kun je ze het beste voorzichtig wegknippen met een scherpe schaar.

Het kammen en/of borstelen
Kammen en / of borstelen van de vacht van de hond moet minstens één keer per week, bij kort harige rassen één keer per maand, gebeuren. Denk ook aan de lange haren aan de buitenkant van de oren, de borstharen, de buikharen en de lange haren aan de voor- en achterpoten. Daarna met de fijnere kam de kop, nek, hals, rug en de zijkanten van de achterpoten goed doorkammen. Door regelmatig de hond te borstelen en eventuele klitjes er uit te kammen verwijder je veel dood haar. Zodoende behoud de hond een fraaie glanzende vacht. Kammen en borstelen geschiedt altijd met de inplant van de haren mee, dus van het hoofd naar de staart en bij de benen van boven naar beneden.

De oren
Maak er een goede gewoonte van om eens per maand de oren van de hond te controleren. Is het oor schoon, doe er dan niets aan. Is er wat bruinige of gelige afscheiding te zien in de oorschelp verwijder dit dan met een “oor cleaner” verkrijgbaar bij de dierenarts. Is de uitvloeiing zodanig dat het oor na schoonmaken de volgende dag alweer volzit, raadpleeg dan de dierenarts, want dan is er een mogelijkheid dat je hond last heeft van oormijten. De hond kan besmet raken door oormijt als hij/zij in contact komt met andere honden en/of katten die ook besmet zijn. Ook door het slapen in een besmette hondenmand of het gebruik van besmette kammen en borstels kan de hond oormijt krijgen. Oormijten veroorzaken een hinderlijke jeuk, zodat de hond constant aan zijn oren zit te krabben of met zijn hoofd loopt te schudden. Kom nooit met harde voorwerpen in het oor.

De anaal zakjes verstopt?
Verstopping van de anaal zakjes gaat vaak gepaard met een ontsteking. Het kan bij elke hond voorkomen. De meest voorkomende tekenen van anaalverstopping zijn het zogenaamde SLEETJE RIJDEN over de grond en het abnormaal veel likken rond de anus. Sleetje rijden is slechts zelden een teken van wormen. In dit stadium is het uitdrukken van de anaalzakjes meestal voldoende om het probleem op te lossen. Je kunt dit zelf doen, maar als je twijfelt of dit zelf niet wilt doen ga dan even bij je dierenarts langs! Gebruik 1 hand om de staart van de hond omhoog te houden. Houd een tissue of stuk keukenrolpapier in de andere hand. Plaats je duim aan de buitenzijde van één anaalklier en je vingers aan de andere zijde. Druk naar binnen en houd deze krachtige druk constant terwijl je je vingers naar achteren laat glijden over de anaalzakjes. Dit doet meestal de inhoud door de anus naar buiten komen in de papieren zakdoek, zodat dit weggegooid kan worden. Houd er met het uitdrukken van de anaalzakjes rekening mee dat dit ontzettend stinkt. Je kunt dit dan ook het beste buiten doen.

Diarree
Diarree duidt meestal op een storing van maag en darmen, vooral bij jonge honden die vaak allerlei dingen opeten van de straat of uit de tuin, zoals steentjes, stukjes hout en dergelijke. Het beste is een dag of twee vasten, wel water geven of slappe thee met wat druivensuiker.
Door het overgeven en/of diarree raakt de hond erg veel vocht kwijt, terwijl de nieren nu extra hard moeten werken om de schadelijke stoffen uit het lichaam te verwijderen. Wil de hond niet drinken, giet dan met een theelepeltje voorzichtig wat gekookt water met druivensuiker of honing naar binnen. Houd de hond vooral warm. Veel regen en nattigheid, vooral ‘s- winters kunnen dikwijls ook de oorzaak zijn van maag- en darmstoornissen (eten van sneeuw). Controleer in ieder geval rectaal zijn temperatuur. De normale lichaamstemperatuur bij de hond ligt hoger dan bij de mens. n.l. 38 tot 39 graden Celsius. Is de temperatuur lager dan 36.5 graden Celsius of hoger dan 40 graden Celsius, neem dan direct contact op met uw dierenarts. Is de maag en/of darmstoornis minder ernstig en heeft de hond geen koorts, dan is een dag vasten vaak al voldoende. Geef de eerste dagen daarna geroosterd wittebrood, beschuit, wat droge hondenbrokjes (geen diner), gekookt vlees en gekookte witte rijst, gekookte kip en vis. GEEN groenten, kalk en olie. Pas als zijn ontlasting weer normaal is kunt u langzaam overschakelen op zijn normale voeding.
BIJ TWIJFEL OF ALS HET LANGER DUURT DAN 2 DAGEN, DIRECT NAAR DE DIERENARTS GAAN!!!!!

Eten van oneetbare dingen
Het eten van een PLASTIC ZAKJE kan dodelijk zijn, evenals het verorberen van stuiters en knikkers. Als je ziet dat de hond een plastic boterhamzakje naar binnen werkt, geef hem dan gelijk een flinke bak met eten en een paar sneetjes ontbijtkoek. Waarschijnlijk zul je dan de volgende dag het plastic zakje in de ontlasting vinden. Is dit niet het geval, is de hond stiller dan normaal en wil hij niet eten en/of drinken, ga dan direct naar de dierenarts of neem eerst contact met hem op. Ben je er getuige van dat de hond een stuiter of knikker doorslikt, wacht dan geen minuut langer maar bel direct je dierenarts. Een stuiter of knikker kan gemakkelijk een afsluiting veroorzaken in de maag en zal dan operatief verwijderd moeten worden. Ook moet je oppassen met het laten rondslingeren van stopnaalden, veiligheidsspelden, kinderspeelgoed enz. Het is naar binnen voor je hebt kunnen ingrijpen met alle mogelijke complicaties van dien. Een jonge hond in huis staat bijna gelijk aan een baby die over de vloer begint te kruipen.

Eten van paardenmest
De meeste honden vinden paardenmest een delicatesse en zullen iedere gelegenheid aangrijpen om een hap te nemen. Het eten van paardenmest is, behalve dat het niet echt smakelijk is, ook niet geheel zonder risico. Net als honden, dienen paarden regelmatig ontwormd te worden. Het middel dat in een paarden-ontwormingsmiddel is opgenomen kan echter giftig zijn voor honden. Wanneer een hond mest eet van een paard dat pas is ontwormd loopt deze hond het risico om deze giftige stof (die door het paard voor een deel via de ontlasting wordt uitgescheiden) binnen te krijgen. De hond kan hier heel erg ziek van worden en de kans dat hij er aan overlijdt is niet gering.
Met name honden die het blue merle-gen (een bepaalde kleur die bijvoorbeeld bij Border Collies, Shelties, Bobtails en Australian Shepherds voorkomt) dragen is het risico op ziekte en zelfs sterfte, na het eten van paardenmest met het betreffende wormenmiddel groot. Dit wil echter niet zeggen dat wanneer de kleur blue merle niet in de vacht van je hond voorkomt, hij geen risico loopt. Voorkomen is altijd beter dan genezen. Leer je hond dus ook al zo vroeg mogelijk aan dat hij geen paardenmest mag eten en houd je hond in de gaten wanneer je in de buurt van paarden bent.
Wanneer je hond toch paardenmest heeft gegeten en zich daarna niet lekker voelt, zich sloom gedraagt en last heeft van diarree en krampen waarschuw dan zo snel mogelijk een dierenarts en wijs hem of haar op het feit dat je hond paardenmest heeft gegeten.